Mondelinge taalvaardigheden
klik hier voor printversie
- alledaagse communicatie
- gebruikt taalgebruik buiten het hier en nu; kan bijvoorbeeld vertellen over iets dat gisteren plaatsvond, of iets dat thuis is
- heeft vlotte heen en weer gesprekjes
- vertelt een consistent verhaal, redeneert en voorspelt
- kan simpele communicatieve functies gebruiken, zoals bijvoorbeeld groeten
- kan naar een simpel verzoek luisteren
- institutionele communicatie
- kan op concrete vragen van juf antwoord geven
- kan schoolse voorwerpen en activiteiten benoemen
- kan luisteren naar gedragsaanwijzingen
- deelnemen aan diverse gespreksvormen
- kan gespreksregels hanteren, zoals niet voor beurt spreken
- kan korte dialoogjes hebben met een juf in een kring
- kan in een kringgesprek luisteren naar bijdragen van anderen
- uit- en overdragen van gedachten, meningen, gevoelens, wensen in de eigen taal
- kan eigen ervaringen op eenvoudig niveau verwoorden
- kan op concreet niveau oorzaak-gevolg onderscheiden
- kan vertellen van eigen belevenissen aan tafel of in kring
- informatie geven
- kan een kort verhaal navertellen, bijv. van een plaat
- kan vertellen wat er aan de hand is
- verbale expressie
- kan een versje met gebaren zelfstandig uitvoeren
- kan een rol in kerstspel spreken of rollenspel meespreken bij versjes, gedichtjes,
- kringspelen en spreuken
- spreektechniek
- spreekt goed verstaanbaar in korte zinnen
- spreekt alle klanken en medeklinkers goed uit
- gebruikt de bekendste zelfstandige naamwoorden in goede meervoudsvormen
- luisteren naar informatieve teksten
- kan geluidssignalen herkennen en daarop reageren (belletje bij stil worden)
- luisteren naar fictionele teksten
- kan naar prentenboeken, liedjes, versjes en herhaalsprookjes luisteren
Mondelinge taalvaardigheden (spreken en luisteren)
klik hier voor printversie
- alledaagse communicatie
- gebruikt taalgebruik buiten het hier en nu; kan bijvoorbeeld vertellen over iets dat gisteren plaatsvond, of iets dat thuis is
- heeft vlotte heen en weer gesprekjes
- vertelt een consistent verhaal, redeneert en voorspelt
- kan simpele communicatieve functies gebruiken, zoals bijvoorbeeld groeten
- kan naar een simpel verzoek luisteren
- kan bij het onderwerp blijven
- kan aanspreekvormen gebruiken
- is beleefd in het taalgebruik naar onbekenden
- kan naar meerledige verzoeken luisteren
- institutionele communicatie
- kan op concrete vragen van leraar antwoord geven
- kan schoolse voorwerpen en activiteiten benoemen
- kan luisteren naar gedragsaanwijzingen
- kan vertellen wat ze gedaan hebben
- kan naar een eenvoudige opdracht luisteren
- deelnemen aan diverse gespreksvormen
- kan gespreksregels hanteren, zoals niet voor beurt spreken
- kan korte dialoogjes hebben met de leraar in een kring
- kan deelnemen aan klassikaal leergesprekje
- kan in een groepsgesprek luisteren naar bijdragen van anderen
- uit- en overdragen van gedachten, meningen, gevoelens, wensen in de eigen taal
- kan eigen ervaringen op eenvoudig niveau verwoorden
- kan op concreet niveau oorzaak-gevolg onderscheiden
- kan vertellen van eigen belevenissen aan tafel of in kring
- kan in kleine rollen zichzelf verwoorden voor klas
- informatie geven
- kan een kort verhaal navertellen
- kan vertellen wat er aan de hand is
- kan een eenvoudig spel uitleggen
- verbale expressie
- kan een versje met gebaren zelfstandig uitvoeren
- kan een toneelrol voor publiek spreken
- spreekt mee bij versjes en gedichtjes in een kleine groep
- spreektechniek
- spreekt goed verstaanbaar in korte zinnen
- spreekt alle klanken en medeklinkers goed uit
- gebruikt de bekendste zelfstandige naamwoorden in goede meervoudsvormen
- kan ritmische spreekoefeningen verstaanbaar spreken
- luisteren naar informatieve teksten
- kan liedje of andere manier van aandacht vragen van de leraar herkennen en daar op reageren
- luisteren naar fictionele teksten
- kan naar voorgelezen boeken luisteren
- kan naar korte, eenvoudige verhalen en langere sprookjes luisteren
Mondelinge taalvaardigheden
klik hier voor printversie
- alledaagse communicatie
- gebruikt taalgebruik buiten het hier en nu; kan bijvoorbeeld vertellen over iets dat gisteren plaatsvond, of iets dat thuis is
- heeft vlotte heen en weer gesprekjes
- vertelt een consistent verhaal, redeneert en voorspelt
- kan simpele communicatieve functies gebruiken, zoals bijvoorbeeld groeten
- kan naar een simpel verzoek luisteren
- kan bij het onderwerp blijven
- kan aanspreekvormen gebruiken
- is beleefd in het taalgebruik naar onbekenden
- kan naar meerledige verzoeken luisteren
- kan situaties uit de klas beschrijven
- kan korte gesprekken en dialogen volgen
- institutionele communicatie
- kan op concrete vragen van leraar antwoord geven
- kan schoolse voorwerpen en activiteiten benoemen
- kan luisteren naar gedragsaanwijzingen
- kan vertellen wat ze gedaan hebben
- kan naar een eenvoudige opdracht luisteren
- kan vragen stellen over taak
- kan naar een speluitleg luisteren (gym)
- deelnemen aan diverse gespreksvormen
- kan korte dialoogjes hebben met een leraar in de klas
- kan in een groepsgesprek luisteren naar bijdragen van anderen
- kan deelnemen aan groepsgesprek
- kan op de beurt wachten
- weet dat ze niet door elkaar moeten praten
- kan in een klassikaal leergesprek luisteren en meedenken
- uit- en overdragen van gedachten, meningen, gevoelens, wensen in de eigen taal
- kan eigen ervaringen op eenvoudig niveau verwoorden
- kan op concreet niveau oorzaak-gevolg onderscheiden
- kan in kleine rollen zichzelf verwoorden voor klas
- kan in gesprekjes over zichzelf vertellen bijvoorbeeld in een kringgesprek
- informatie geven
- kan een verhaal navertellen
- kan vertellen wat er aan de hand is
- kan een eenvoudig spel uitleggen
- kan gericht informatie geven op vraag
- verbale expressie
- kan een versje met gebaren zelfstandig uitvoeren
- kan een toneelrol voor publiek spreken
- spreekt mee bij versjes en gedichtjes in een kleine groep
- kan dialogen uitspelen voor anderen
- spreektechniek
- spreekt goed verstaanbaar in korte zinnen
- spreekt alle klanken en medeklinkers goed uit
- gebruikt de bekendste zelfstandige naamwoorden in goede meervoudsvormen
- kan ritmische spreekoefeningen verstaanbaar spreken
- kan met de juiste intonatie gedichten voordragen
- luisteren naar informatieve teksten
- kan liedje of andere manier van aandacht vragen van de leraar herkennen en daar op reageren
- kan naar een beschrijvende tekst luisteren
- luisteren naar fictionele teksten
- kan naar fabels en legenden luisteren
Mondelinge taalvaardigheden
klik hier voor printversie
- alledaagse communicatie
- kan bij het onderwerp blijven
- kan aanspreekvormen gebruiken
- is beleefd in het taalgebruik naar onbekenden
- kan naar meerledige verzoeken luisteren
- kan situaties uit de klas beschrijven
- kan korte gesprekken en dialogen volgen
- kan reageren op situatiebeschrijvingen
- is betrokken in dialogen
- institutionele communicatie
- kan vertellen wat ze gedaan hebben
- kan naar een eenvoudige opdracht luisteren
- kan vragen stellen over taak
- kan naar een speluitleg luisteren (gym)
- kan reageren op leerstof
- kan naar een complexe instructie luisteren
- deelnemen aan diverse gespreksvormen
- kan deelnemen aan klassikaal leergesprekje
- kan deelnemen aan groepsgesprek
- kan op de beurt wachten
- weet dat ze niet door elkaar moeten praten
- kan in een klassikaal leergesprek luisteren en meedenken
- kan ingaan op bijdragen van anderen
- kan in tweetallen een probleem oplossen, durven daarbij te overleggen
- kan in een dialoog luisteren en ingaan op een probleem van een ander
- uit- en overdragen van gedachten, meningen, gevoelens, wensen in de eigen taal
- kan in kleine rollen zichzelf verwoorden voor klas
- kan in gesprekjes over zichzelf vertellen bijvoorbeeld in een kringgesprek
- kan eigen meningen en gevoelens verwoorden in een kleine groep
- informatie geven
- kan een eenvoudig spel uitleggen
- kan gericht informatie geven op vraag
- kan de inhoud van een telefoongesprek/boodschap doorgeven
- verbale expressie
- kan een toneelrol voor publiek spreken
- spreekt mee bij versjes en gedichtjes in een kleine groep
- kan dialogen uitspelen voor anderen
- kan spreuken, gedichten individueel voordragen en een korte presentatie voor een groep geven
- spreektechniek
- kan ritmische spreekoefeningen verstaanbaar spreken
- kan met de juiste intonatie gedichten voordragen
- kan gevormd spreken bij tonggymnastische spreekoefeningen
- luisteren naar informatieve teksten
- kan liedje of andere manier van aandacht vragen van de leraar herkennen en daar op reageren
- kan naar een beschrijvende tekst luisteren
- kan naar een routebeschrijving luisteren
- luisteren naar fictionele teksten
- kan naar verhalen uit de vertelstof gedichten en spreuken luisteren
Mondelinge taalvaardigheden
klik hier voor printversie
- alledaagse communicatie
- kan situaties uit de klas beschrijven
- kan korte gesprekken en dialogen volgen
- kan reageren op situatiebeschrijvingen
- is betrokken in dialogen
- kan inspelen op elkaar in gesprek
- kan luisteren en reageert actief op anderen
- institutionele communicatie
- kan vragen stellen over taak
- kan naar een speluitleg luisteren (gym)
- kan reageren op leerstof
- kan naar een complexe instructie luisteren
- kan reageren op werk van klasgenoten en daarbij invoelend zijn
- kan luisteren naar een uiteenzetting leerstof heeft daarbij een luisterhouding en kan aantekeningen maken
- deelnemen aan diverse gespreksvormen
- kan deelnemen aan groepsgesprek
- kan op de beurt wachten
- weet dat ze niet door elkaar moeten praten
- kan in een klassikaal leergesprek luisteren en meedenken
- kan ingaan op bijdragen van anderen
- kan in tweetallen een probleem oplossen, durven daarbij te overleggen
- kan in een dialoog luisteren en ingaan op een probleem van een ander
- kan een monoloog of spreekbeurt houden en daarbij de aandacht van het publiek vasthouden
- kan luisteren naar een monoloog of uiteenzetting ( spreekbeurt) heeft daarbij een luisterhouding en kan aantekeningen maken
- uit- en overdragen van gedachten, meningen, gevoelens, wensen in de eigen taal
- kan in gesprekjes over zichzelf vertellen bijvoorbeeld in een kringgesprek
- kan eigen meningen en gevoelens verwoorden in een kleine groep
- kan meningen, gevoelens van anderen verwoorden voor klas
- informatie geven
- kan gericht informatie geven op vraag
- kan de inhoud van een telefoongesprek/boodschap doorgeven
- kan iemand de weg uitleggen en daarbij concreet zijn
- verbale expressie
- kan dialogen uitspelen voor anderen
- kan spreuken, gedichten individueel voordragen en een korte presentatie voor een groep geven
- kan bij allitererende gedichten de rol van pauzes/stiltes goed hanteren
- spreektechniek
- kan met de juiste intonatie gedichten voordragen
- kan gevormd spreken bij tonggymnastische spreekoefeningen
- let bij reciteren op articulatie
- luisteren naar informatieve teksten
- kan naar een beschrijvende tekst luisteren
- kan naar een routebeschrijving luisteren
- kan luisteren naar massamedia (radio, tv)
- luisteren naar fictionele teksten
- kan naar verhalen uit de vertelstof gedichten en spreuken luisteren
- kan luisteren naar een voordracht en naar verhalen uit de oud Ijslandse Noordse mythologie (Edda)
Mondelinge taalvaardigheden
klik hier voor printversie
- alledaagse communicatie
- kan reageren op situatiebeschrijvingen
- is betrokken in dialogen
- kan inspelen op elkaar in gesprek
- kan luisteren en reageert actief op anderen
- kan een standpunt innemen en dat beredeneren
- kan luisteren en volgt een gesprek
- institutionele communicatie
- kan vragen stellen over taak
- kan reageren op leerstof
- kan naar een complexe instructie luisteren
- kan reageren op werk van klasgenoten en daarbij invoelend zijn
- kan luisteren naar een uiteenzetting leerstof heeft daarbij een luisterhouding en kan aantekeningen maken
- kan een opdracht aan een ander uitleggen en daarbij eenduidig zijn
- kan luisteren naar richtlijnen voor een taakaanpak
- deelnemen aan diverse gespreksvormen
- kan deelnemen aan groepsgesprek
- kan op de beurt wachten
- weet dat ze niet door elkaar moeten praten
- kan in een klassikaal leergesprek luisteren en meedenken
- kan ingaan op bijdragen van anderen
- kan in tweetallen een probleem oplossen, durven daarbij te overleggen
- kan in een dialoog luisteren en ingaan op een probleem van een ander
- kan een monoloog of spreekbeurt houden en daarbij de aandacht van het publiek vasthouden
- kan luisteren naar een monoloog of uiteenzetting ( spreekbeurt) heeft daarbij een luisterhouding en kan aantekeningen maken
- kan een groepsgesprek leiden en daarbij letten op de beurtverdeling
- kan luisteren als leider in een groepsgesprek
- uit- en overdragen van gedachten, meningen, gevoelens, wensen in de eigen taal
- kan eigen meningen en gevoelens verwoorden in een kleine groep
- kan meningen, gevoelens van anderen verwoorden voor klas
- kan een rollenspel spelen in informele situaties
- informatie geven
- kan gericht informatie geven op vraag
- kan de inhoud van een telefoongesprek/boodschap doorgeven
- kan iemand de weg uitleggen en daarbij concreet zijn
- kan een presentatie houden en daarbij de informatie doseren
- verbale expressie
- kan spreuken, gedichten individueel voordragen en een korte presentatie voor een groep geven
- kan bij allitererende gedichten de rol van pauzes/stiltes goed hanteren
- kan een hexameter of andere langere tekst opzeggen
- kan bij het opzeggen van een hexameter of een langere eigen tekst en gedicht blijk geven het voor zich te zien
- spreektechniek
- kan met de juiste intonatie gedichten voordragen
- kan gevormd spreken bij tonggymnastische spreekoefeningen
- let bij reciteren op articulatie
- let bij reciteren op klankkleur
- luisteren naar informatieve teksten
- kan naar een beschrijvende tekst luisteren
- kan naar een routebeschrijving luisteren
- kan luisteren naar massamedia (radio, tv)
- kan luisteren naar luisterteksten
- luisteren naar fictionele teksten
- kan naar verhalen uit de vertelstof gedichten en spreuken luisteren
- kan luisteren naar een toneeltekst en naar verhalen uit de Griekse mythen en sagen en epen uit andere culturen
Mondelinge taalvaardigheden
klik hier voor printversie
- alledaagse communicatie
- Kan inspelen op elkaar in gesprek
- kan luisteren en reageert actief op anderen
- kan een standpunt innemen en dat beredeneren
- kan luisteren en volgt een gesprek
- kan een standpunt beargumenteren en is daarbij overredend
- kan luisteren en is betrokken in een gesprek in context met veel ruis
- institutionele communicatie
- kan reageren op leerstof
- kan naar een complexe instructie luisteren
- kan reageren op werk van klasgenoten en daarbij invoelend zijn
- kan luisteren naar een uiteenzetting leerstof heeft daarbij een luisterhouding en kan aantekeningen maken
- kan een opdracht aan een ander uitleggen en daarbij eenduidig zijn
- kan luisteren naar richtlijnen voor een taakaanpak
- kan verslag doen van groepswerk en daarbij onpartijdig zijn
- kan luisteren naar een huiswerkopdracht en zorgt ervoor alles goed op te kunnen nemen
- deelnemen aan diverse gespreksvormen
- kan deelnemen aan groepsgesprek
- kan op de beurt wachten
- weet dat ze niet door elkaar moeten praten
- kan in een klassikaal leergesprek luisteren en meedenken
- kan ingaan op bijdragen van anderen
- kan in tweetallen een probleem oplossen, durven daarbij te overleggen
- kan in een dialoog luisteren en ingaan op een probleem van een ander
- kan een monoloog of spreekbeurt houden en daarbij de aandacht van het publiek vasthouden
- kan luisteren naar een monoloog of uiteenzetting ( spreekbeurt) heeft daarbij een luisterhouding en kan aantekeningen maken
- kan een groepsgesprek leiden en daarbij letten op de beurtverdeling
- kan luisteren als leider in een groepsgesprek
- Kan een discussie leiden en daarbij de voortgang bewaken
- kan luisteren als leider in een discussie creëert daarvoor optimale luistervoorwaarden
- uit- en overdragen van gedachten, meningen, gevoelens, wensen in de eigen taal
- kan eigen meningen en gevoelens verwoorden in een kleine groep
- kan meningen, gevoelens van anderen verwoorden voor klas
- kan een rollenspel spelen in informele situaties
- kan deelnemen aan rollenspel in meer formele situaties
- kan stelling nemen en durft te discussiëren
- neemt deel aan debatten (Romeinse geschiedenis)
- informatie geven
- kan gericht informatie geven op vraag
- kan iemand de weg uitleggen en daarbij concreet zijn
- kan een presentatie houden en daarbij de informatie doseren
- kan een samenvatting van les of studietekst geven en daarbij de hoofdzaken/kern weergeven
- verbale expressie
- kan bij allitererende gedichten de rol van pauzes/stiltes goed hanteren
- kan een hexameter of andere langere tekst opzeggen
- kan bij het opzeggen van een hexameter of een langere eigen tekst en gedicht blijk geven het voor zich te zien
- Kan bij het vertellen van een verhaal of prozatekst, of gedichten uit de literatuur vorm geven aan de essentie uit tekst
- spreektechniek
- kan met de juiste intonatie gedichten voordragen
- kan gevormd spreken bij tonggymnastische spreekoefeningen
- let bij reciteren op articulatie
- let bij reciteren op klankkleur
- houdt bij reciteren rekening met de situatie en weet daarvoor de juiste techniek te hanteren
- luisteren naar informatieve teksten
- kan luisteren naar massamedia (radio, tv)
- kan luisteren naar luisterteksten
- kan luisteren naar een presentatie
- luisteren naar fictionele teksten
- kan naar verhalen uit de vertelstof gedichten en spreuken luisteren
- kan luisteren naar een toneeltekst en naar verhalen
- kan luisteren naar verhalen uit de Romeinse geschiedschrijving
- kan luisteren naar een hoorspel